In de functie bankrekeningen worden de volgende begrippen gebruikt:
- IBAN - International Bank Account Number
- BBAN - Basic Bank Account Number
- BIC - Business Identifier Code
IBAN staat voor Internationaal Bankrekeningnummer
Het internationale bankrekeningnummer is een unieke identificatie waarmee banken betalingen van persoon tot persoon automatisch kunnen verwerken. De IBAN bevat alle nodige informatie van de eigenaar van een bankrekening zoals het rekeningnummer, bank- en filiaalinformatie en landcode. Er is geen uniforme lengte vastgesteld voor SEPA-landen, maar het IBAN mag niet langer zijn dan 34 tekens. Een Nederlandse IBAN bestaat uit 18 tekens. De meeste landen hebben echter verschillende vaste lengten. Wanneer de IBAN bekent is, dan kan het beste deze worden ingevoerd in velden voor het rekeningnummer.
BBAN staat voor Basis Bankrekeningnummer
Het vertegenwoordigt een landspecifiek bankrekeningnummer. De BBAN is het laatste deel van de IBAN wanneer deze wordt gebruikt voor internationale geldtransacties. Elk land heeft zijn specifieke BBAN-formaat en lengte, afhankelijk van zijn eigen normen. Momenteel is er geen gemeenschappelijke EU of andere standaard die de BBAN verenigt. IBAN is geïntroduceerd om internationale bankoverschrijvingen te standaardiseren.
BIC staat voor Bankidentificatiecode
De bankidentificatiecode is een internationale code die banken gebruiken voor financiële transacties. Elke bank heeft zijn eigen BIC. Op deze manier komen Europese en internationale betalingsopdrachten automatisch bij de juiste bank en filiaal. De BIC wordt ook een SWIFT-adres of SWIFT-code genoemd. De BIC kan 8 of 11 tekens lang zijn, afhankelijk van de filiaalinformatie. Het vastleggen van dit veld is uitsluitend vereist voor internationale transacties met landen buiten SEPA.
Verder lezen?
Welke controle doet Twinfield op de invoer van bankrekeningnummers?